Stotteren
“ Ik stotter, net als mijn vader. Niet altijd hoor, het meest op school. Als ik in de klas iets moet voorlezen of vertellen lijkt het net alsof de letters in mijn mond vastzitten. Soms lukt het me om de letters eruit te duwen, maar op een ander moment kom ik er echt helemaal niet uit. Dat vind ik dan helemaal niet leuk! ”
Stotteren is niet-vloeiend spreken. De symptomen kunnen per persoon verschillen: iedere stotteraar stottert op zijn eigen manier. Veel jonge kinderen stotteren een korte periode tijdens de taalontwikkeling (ontwikkelingsstotteren). Dit gaat meestal over. Een kleine groep blijft stotteren (chronisch stotteren). Vaak is sprake van een erfelijke aanleg in de familie, maar dat hoeft niet. Wanneer ouders zich zorgen maken over het stotteren van hun kind is het altijd zinvol om contact op te nemen voor onderzoek en advies.
Bij chronisch stotteren (kinderen en volwassenen) kunnen spreektechnieken worden aangeleerd om met het stotteren te leren omgaan.
Voor meer informatie over stotteren kijk op: stotteren