STEMGEVEN

Het stemorgaan

De belangrijkste onderdelen waarmee we geluid produceren zijn: het strottenhoofd, de in- en uitwendige spieren en de stembanden.

  • Het strottenhoofd: deze bevindt zich­ ongeveer in het midden van de hals. Het strottenhoofd gaat over in de luchtpijp.
  • De spieren: rond het strottenhoofd bevinden zich de uitwendige spieren. De uitwendige spieren zorgen ervoor dat het strottenhoofd gemakkelijk op en neer kan bewegen. Tijdens het stemgeven beweegt het strottenhoofd voortdurend. In het strottenhoofd bevinden zich de inwendige spieren die zorgen voor het trillen van de stembanden.
  • De stembanden: dit zijn dunne, korte, spieren, die heel beweeglijk zijn. Ze bevinden zich in het strottenhoofd. De stembanden zijn ongeveer 1 tot 1,5 cm lang en 0,5 cm breed en bekleed met slijmvlies. Tussen de beide stembanden zit een opening: de stemspleet of de glottis.

                                 
Stemgeven

Het stemgeluid ontstaat in het strottenhoofd, doordat de stembanden zich tijdens het stemgeven openen en sluiten.In het begin van het stemgeven worden de stembanden gesloten. Door de druk van de lucht, die we tijdens het stemgeven uitademen, worden de stembanden geopend.Nadat de stembanden zijn geopend, stroomt er een kleine hoeveelheid lucht tussen de stembanden door. Deze lucht brengt de stembanden in trilling. Deze trilling bestaat uit het op en neer en heen en weer bewegen van de stembanden. Daarna sluiten de stembanden en herhaalt het proces zich. Zo ontstaat geluid. Het openen en sluiten van de stembanden gebeurt bij de mannenstem gemiddeld 150 keer per seconde en bij de vrouwenstem gemiddeld 220 keer per seconde.

 
Luidheid en toonhoogte

De kracht waarmee de lucht die we uitademen tussen de stembanden doorstroomt, bepaalt de luidheid van de stem. Hoe meer kracht, des te harder het stemgeluid. Hoe minder kracht, des te zachter het stemgeluid.De toonhoogte van het stemgeluid wordt bepaald door de snelheid waarmee de stembanden trillen. De snelheid waarmee de stembanden trillen, hangt af van de dikte en de lengte van de stembanden. Hoe dikker en langer de stembanden, des te langzamer de beweging. De stem is hierdoor lager. Hoe dunner en korter de stembanden, hoe sneller de beweging, hierdoor is de stem hoger. Bij de man zijn de stembanden iets langer en dikker dan bij de vrouw. Daarom heeft de man meestal een lagere stem dan de vrouw.

Hanzehogeschool Groningen, opleiding Logopedie 2002. W. Bruinsma, C.H. Verdoorn, M.J.E. Vos

Hoofdlocatie Eelde 

Schoollaan 25
9761 AA  Eelde

Geopend:
maandag t/m vrijdag


Dependance
De Kimkiel

Kluiverboom 9
9732 KZ  Goningen

Geopend:
ma, di, do, vrij

Dependance
Fiduciaschool

Distributiestraat 1
9728 CR  Groningen

Geopend:
di, wo, do, vrij

Algemene
informatie
050 3095677
info@logopedie-eelde.nl

Aanmelden